De beminden
Verlangen deed hen gaan met sneller schreden,
Hun weemoed zweeg bij deze vreemde schroom
Het vage pad samen zo vaak betreden
Leidde naar 't dal, het einde van hun droom.
Daar strekten zij zich zoet-vermoeid beneden
De fijne schaduws van een ijle boom
En streelden traag elkanders warme leden
En zuchtten diep: — hun ziel was droef en loom.
En toen zijn eerste vrees vervluchtigd was,
Zijn lippen teer haar zoele naaktheid kusten,
Lachte zij stil, of zij iets wonders las;
Tot eindelijk, een huivrend oogenblik,
Zijn arm haar bevend aan zijn hart deed rusten
En haar ontroering brak in zacht gesnik.
Gedichten (1922)
Schrijver: Johan DanserInzender: Redactie, 7 augustus 2022
Geplaatst in de categorie: erotiek