En alle dagen zijn gelijk de bloemen
En alle dagen zijn gelijk de bloemen,
Die elke morgen weder open gaan,
Ik zal niet moede worden u te roemen,
Voor alles wat gij voor mij hebt gedaan.
O gij, uw trouw is wel uw schoonste deugd,
Gij hebt u over mij steeds ontfermd.
Mij eindelijk opgevoerd tot deze vreugd,
Mij, die zolang in weedom heb gekermd.
Nu zijn wij vreugdenrijk, gelijk de bijen,
Die naarstig honing garen op de hei,
Of als de zangvogels, die zich verblijen,
Nu alom weder heerst de bloeimaand Mei.
Najaarsvruchten
Schrijver: Reinier van Genderen StortInzender: Redactie, 22 mei 2011
Geplaatst in de categorie: bedankt