inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1811 - 1879

poëzie (nr. 3.910):

Barbiersmijmering

Mijn leven is een molen,
En ik ben 't molenpaard.
Mijn wapen is het scheermes,
Mijn glorie is de baard.
't Is iedre dag het zelfde:
Vroeg op is 't oud parool;
Ik bak vaak zoete broodjes
En ik verkoop veel kool.
Ik kal met oude heren
En scherts met jonge lui;
Ik critiseer de preken
En sla ook menig ui.
Ik jaag op alle nieuwtjes
En vent ze willig rond;
'k Ben rekbaar van conscientie
En dapper met de mond.
'k Streel honderden van kinnen,
Mijn mes is als een zij;
'k Zie honderden karakters
Zich openen voor mij.
Ik schik me naar de opinies
En neem er 't mijne van,
'k Ben ultra of gematigd:
Ik ken zeer gauw mijn man.
Ik weet van alle zaken
Zo wat het hoofdrefrein;
't Gemengde nieuws der kranten
Verwerk ik in mijn brein.
Ik spreek van Japanezen,
Van Holland op zijn smalst;
De paus en Garribaldi
Vind ik om beurte 't malst;
'k Roem ieder Ministerie,
Als 't op het kussen zit.
'k Herkauw het oude zuurdeeg,
En ben een Jan de Wit.
Ik gruw van oude zondaars,
Maar werk hen in de hand;
'k Ben zalvend en lankmoedig,
En toch een stokebrand.
'k Rijt oude wondjes open
En leg er pleisters op;
Hier voel ik jicht en jammer,
Daar dans ik mijn galop.
Ik houd wel veel van schuimpjes
En 'k viesneus van het schuim;
'k Zou graag het land regeren,
Maar 'k draai naar iedre luim.
't Vernuft heeft scherping nodig,
Nog meer soms dan mijn mes;
Ik hoor naar vele namen,
Maar 't meeste naar Jan Kles.
Ach, zepen om de centen,
Daar zit de hele kneep:
Laat ik de klantjes zitten,
Dan ga 'k voor goed om zeep.

De dichtwerken (1886)

Schrijver: W.J. van Zeggelen
Inzender: Redactie, 18 mei 2020


Geplaatst in de categorie: werk

3.8 met 4 stemmen aantal keer bekeken 937

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)