Sterrenkind
Een sterrennacht op de wereld geworpen,
In sneeuw begraven door de wind,
Houthakkers brachten naar hun verre dorpen
Als een gevonden schat het sterrenkind.
Zij dachten hun vrouwen gelukkig te maken
Omdat zijn mantel van zilver was,
Maar zij moesten hem voeden en bij hem waken
Als was hij een kind van hun eigen ras.
De mantel konden zij niet verkopen,
Geen zilversmid geloofde er aan;
De pope wou de vondeling niet dopen,
Dat heidenkind gevallen van de maan.
Geen timmerman wilde hem laten werken,
Die tere prins, wat had men er aan?
De kosters joegen hem uit hun kerken,
Het heidenkind dat peinzend stil bleef staan.
En op een nacht is hij weer verdwenen;
Het dorp telde vele kindren minder,
Terwijl opeens veel meer sterren schenen.
Het was zeven jaar geleden. En weer winter.
Serenade (1930)
Schrijver: Jan Jacob SlauerhoffInzender: Redactie, 21 juni 2011
Geplaatst in de categorie: kinderen