inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1936

poëzie (nr. 1.722):

DE FORELLENVISSER

Werp uw snoer op de stroom en vertrouw dat de buit
Bijt, door de gunst van een god.
Of hij de angelroe spant - vier de koorden verder uit! -
Haal hem aan of geef schot.

De morgen blinkt fris op het golfgrage meer,
De berken staan groen aan de rand,
De boot schiet vooruit, wiegelt zacht heen en weer,
Waar het zuigt, eer het stort, houdt ze stand.

Als een vlinder die boven hem lokkende mond
Van een bloem, zich zwevend houdt,
Zijn angel dan boort naar de zoete grond, -
Rover die roerloos schouwt -

Zo hangt ge en uw hakende snoer snelt weg
In de kolkende kloof, in de voor,
Waar de vlugge forel rond uw kloek overleg
Dartelt en spoedt in zijn spoor.

Zwier uit nu de lijn, als de middag genaakt:
Zij kringt in bevallige boog
Over 't glad-stille vlak, tot ze in 't klotsen geraakt -
De golf om u heen spat hoog.

De wind wakkert aan en een daavren begint
Waar de stroomval de schietstroom verzelt.
Waar de spar met zijn wortels granietblokken bindt
Vaart ge in het botsend geweld.

Op en neer, hoog en laag, tot ge 't steken ontschuil'
Van de zon die zijn hitte op u blaakt.
Zie, een kleine forel, in die koelere kuil,
Verliefd op uw lokaas geraakt.

Werp hem weg: hij zal, zij 't met doorboorde lip,
Vrolijk zijn vissen-bestaan
Genieten, een kleurig flonkerstip
Langs donkre en bewogen baan.

Vaar voort: in de nachten van 't noorden zijn
De heemlen als dagen hel,
Zij houden aldoor hun zilvren schijn
En bevende stralenspel.

Vaar voort: als 't geschal van de val u verrast
En de sparren duistren naar voor,
Houd alleen met uw handen de angelroe vast,
Zit rustig en leen uw oor

Aan alle geluiden, zonder dat
Uw hart één even trilt:
Achter u zit wie 't waterpad
Kent en geen woord verspilt,

De Roeier die heel de Kumene:
Stroomval, versnelling en meer,
Kent, en dat meer gelijk een zee,
Waar ge komt, en waart weleer.

De Roeier voor wie ge een werktuig zijt,
De boot, gij, hengel en snoer.
Hij stuwt en stuurt met sterk beleid,
Hij, even wijs als stoer.

Wees onvervaard: als op de dag,
Zwart en katogen-groen,
Het water kolkt: zijn valse lach
Zal u geen hinder doen.

Als mot en vleermuis rond u zwermt,
Een oboe krijt van ver,
Gediert uit bos en kreken kermt, -
Vergeefs zoekt ge éne ster, -

Rust dan in hem: hij brengt u wel
Langs afgrond, kolk en kaap, -
Ge zijt uit op de vangst van de grote Forel
En ge vangt hem, half in slaap.
En ge vangt hem, half in slaap.

Het levensfeest(1912)

Schrijver: Albert Verwey
Inzender: Han Messie, 7 augustus 2011


Geplaatst in de categorie: dieren

3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 480

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)