inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1941

poëzie (nr. 1.817):

Verloren jeugd

- Zie mij niet aan, ik ben zó oud geworden!

- 't Is heimwee, heimwee dat u kwelt,
't Is heimwee naar uw jeugd en ge snelt
De drempel over om uw verdriet
Te vergeten, maar 't leed vergeet u niet.
Het volgt u, volgt u op ál uw schreden
En het klaagt met de stem van een arrem kind
En ge ziet uzelv' weer, als lang geleden,
Met bloemen drie in uw gordellint,
Met bloemen twee in uw haar.

- Zie mij niet aan, ik ben zó oud geworden!

- Ik zie u áan om uw smart te zien.
O zie de rivier door de velden vliên
En zet u neder bij de rivier
En bid haar, uw smart te voeren van hier,
Hier ver vandaan, over de aarde voort,
Dat ge nooit meer over haar spreken hoort!

- Zie mij niet aan, ik ben zó oud geworden!

- Laat blijven mijn smart tot aan mijn dood,
Zij werd mij een trouwe huisgenoot.
'k Weet niet wat ik op de wereld deed,
Zo ik niet had mijn hartenleed.
Mijn smart brengt me elke morgen klaar,
Bij morgenrood en morgenwind,
Drie bloemen voor mijn gordellint,
Twee bloemen voor mijn haar.
En ik zeg tevergeefs: - ‘O lief verdriet!

Ik word zo oud al, zie je dat niet?’

De bloemen zelf, die zijn mij moe
En ik doe vóór het venster mijn ogen toe.
Maar ik kan niet slapen meer als ik plach
En komen zie ik de nieuwe dag.
De dag verwondert zich over het schoon
Van de aarde, maar vroeger spande ik de kroon
En de dag, die was over mijn schoonheid verheugd,
In de tijd van mijn jeugd.

- Zie mij niet áán, ik ben zó oud geworden!

Roemeensche volksliederen en balladen (De Gids 1903)

Schrijver: Helene Swarth
Inzender: adm, 19 december 2011


Geplaatst in de categorie: tijd

3.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 841

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)