inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1941

poëzie (nr. 1.860):

Verzen voor mijn liefste.

I.

O lief, mijn lief, sla de armen om mij heen,
Berg me aan uw borst, mijn veilig heiligdom!
Niets wil ik voelen dan uw liefde alleen.
Kus dicht mijn ogen, laat mijn lippen stom
En als ik ween, vraag niet waarom ik ween.

Laat stromen stil de zoele tranenvloed
En wat ik altijd zocht en nimmer vond,
Geef 't me in een kus te dromen ... Zo is 't goed:
Nu hoor ik niets dan d' adem van uw mond
En 't zware bonzen van uw hartenbloed.

Zo dicht bij 't mijne en toch zo ver van mij,
Uw hart, dat weelde zoekt en weemoed vindt!
Nu zijn we alleen in 's Levens woestenij,
Klem de armen vaster om uw angstig kind!
De storm steekt op, ik voel Gods toorn nabij.

O God, waarom? Verboden is de vrucht,
De rijpe vrucht van onze liefde niet,
Rooswangig lokkend tussen loof en lucht.
Waarom, o God, zoo gij ons lijden ziet,
Drijft ons uw wrekende engel op de vlucht?

Rood blinkt het vlammend zwaard dat ons verbant.
Toch had ge uw zegen, niet uw vloek beloofd.
Doch, doet ge alzo uw godlijk woord gestand,
't Is wel: wij gaan, met opgeheven hoofd
En hand in hand, lief, altoos hand in hand!

Schrijver: Helene Swarth
Inzender: Redactie, 18 februari 2012


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 777

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)