inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1887 - 1939

poëzie (nr. 1.917):

Klacht om Abisag

Hoe zult gij hier kunnen rusten?
Al de onnut gespaarde lusten
Stromen nog met zacht geruis
Door uw ongerepte leden,
Die nu met hun heerlijkheden
Zijn besloten in dees kluis.

Altijd hebt gij u onthouden
Aan onmachtigen; ach, de oude
Koning, die gij bijstand bood,
Had geen kracht meer in zijn lenden
Om op jeugds reeds lang ontwende
Wijs te dansen in uw schoot.

Als zijn hart uw boezem voelde,
Gij uw jeugd aan hem verkoelde,
Gloeide hij alsof een steen
Hitte aan het vuur ontleende.
Maar koud tot 't verkalkt gebeente
Werd hij als hij lag alleen.

Toen een jonge prins u minde,
Werd als vlieg hij van eens blinde
Aangezicht fluks weggevaagd.
Uwer borsten rode toppen
Werden hard als rozenknoppen
Waar geen bloeien meer in daagt.

En toen kwam de harde donkre
Met zijn oog u tegenfonklen,
En, niet wetend wat gij deed,
Hebt, vreesachtige en wankle,
Ge u verborgen in zijn mantel
Als een graf- en bruiloftskleed.

Onberoerde en versmachte,
In de helle sterrenachten
Fluistren wij en zuchten: slaap!
Troost u dit, dat op hun sponde
In verrukkelijke zonde
Om u wenen man en knaap?

Nalezing X (1938)

Schrijver: Willem de Merode
Inzender: Redactie, 19 april 2012


Geplaatst in de categorie: spijt

2.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 584

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)