Ze zeggen, de farizeërs
Ze zeggen, de farizeeërs
dat ik U te veel bemin,
en dat ik het hoofd verlieze
en rake verward van zin.
Zij juichen: hoe zoet de kussen
van bloeiende lippekens zijn,
de volle schaal smaakt zoeter
met schuimende zuiderwijn.
Zij huichlen: vernederend rusten
voor kennis en wetensdorst,
al heeft ook uw hoofd tot kussen
de golvende vrouwenborst.
Zij jubelen: leve de vrijheid,
al vormen de band rond uw hals,
twee poezele vrouwenarmen,
twee armen blank en mals.
't Is waar, mijn liefde is oneindig,
maar is het verwijt verdiend?
en heet hij genoeg te beminnen
die niet te veel bemint?
Gedichten (1913)
Schrijver: Victor A. dela MontagneInzender: adm, 20 april 2012
Geplaatst in de categorie: moraal