inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1923

poëzie (nr. 48):

Nachtbloesems I

I

In dons van wolkjes glijdt ginds
De zilveren sikkel der maan;
Die schijnt een gondel, een bootje,
Dat vaart op de blauwende baan.

De wolkjes schijnen de golven,
Witgekuifd, met luchtende tint,
En de sterren zijn zo schone leliën
Als niemand op aarde vindt.

Was die gondel mijn levensbootje,
Ik nam je, mijn lieve, er in mee,
En wij zwierven daar hoog in den hoge,
Alleen op de onmeetlijke zee.

En had ik genoeg van je zoentjes,
Genoeg woordjes van liefde gehoord,
Ik nam je, een, twee, drie, in mijn armen,
En... gooide je over boord!

Nachtbloesems (1884)

Schrijver: Louis Couperus
Inzender: D.H., 21 januari 2002


Geplaatst in de categorie: emoties

3.0 met 39 stemmen aantal keer bekeken 5.791

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)