inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1756 - 1831

poëzie (nr. 4.372):

Verwachting

Hou op, mijn ziel, 't Heelal te vragen,
Hoe, waarom, wat, en wie gij zijt.
De nevelwolken die u dragen,
En, speelbal van d' onzichtbre tijd,
Door de eindeloze ruimte jagen,
Doorscheemren wel van bliksemslagen
Wier flikkring door de scheuren splijt;
Maar, ziet gij uit naar 't morgendagen,
Die afstand is uw oog te wijd.

Wij hobblen door de mistdampbaren
Naar 't worstlend bruisen van haar vloed,
Onzeker waar we heen vervaren,
In 't buldrend onweer dat er woedt.
Wij laten de ogen om ons waren;
Maar vruchtloos is dat ijdel staren
Naar 't vonklen van een flauwe gloed,
Die 't dompig nachtzwerk op deed klaren
Dat afschrik en verdelging broedt.

Dees dichte sluier door te boren
Hangt aan geen sterfelijke macht.
In helse duisternis verloren,
Geteeld tot broedsel van de nacht,
Gedoemd, in deze damp te smoren,
Waartoe een donkre trek te horen
Die naar 't ontwijkend daglicht tracht?
De schrikbre noodstorm moet bezworen
Door Goddelijke wonderkracht.

Of voelt ge u in dit woest geslinger
Uws ondanks, machtloos meegesleurd;
Beseft ge, wiens ontzagbre vinger
De schepping uit haar naven beurt;
Ontwaart ge in u de Aldoordringer,
De nacht- en nood- en helbedwinger,
Wiens lichtstraal aard en wolken scheurt;
Die één, en zonder mededinger,
Ook u Zijn zorgen waardig keurt?

Laat dan 't Heelal verwoesting loeien;
Wees kalm, en vraag niet; maar verbeid!
De golven die er om u vloeien,
De neevlen, om u uitgebreid,
De bliksemstralen die er gloeien,
De donders die de wolken schroeien,
Verzwelgen in de Oneindigheid,
En haasten 't slaken van de boeien;
Waarin gij om verlossing schreit.

Schrijver: Willem Bilderdijk
Inzender: Redactie, 5 september 2021


Geplaatst in de categorie: heelal

2.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 1.848

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)