inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1834 - 1875

poëzie (nr. 2.005):

Blijken van zinneloosheid

De koning werd zeer oud en zwak
Hij scheen wat grillig te wezen
Hij maakte 't al verkeerd en sprak
Noch deed meer als voordeze.

Hij wierp de vogeltjes in de stroom
En deed de visjes vangen
Opdat ze van uit de appelboom
Hem verkwikten door hun zangen.

Men nam het nog zo erg niet op
Men liet hem doen naar behagen
Zij die hem omringden schudden de kop
Van meelij als zij dat zagen.

Maar toen hij het verder dreef en begon
De grootgewordene kinderen
Te plaatsen in rijen voor het kanon
Alsof het hun niet kon hinderen.

Maar toen hij sprak van de hoge roem
Die ze zich daar konden verwerven
Indien zij, des landes schoonste bloem
Gewillig voor hem wilden sterven.

Toen lachten zij allen luid: O neen
Zo spraken ze tot de koning
Dat ware genoeglijk voor u alleen
Wij trekken terug naar onz' woning.

Indien gij het goedvindt, o oude man
Ga gij zelf met uw buurman vechten
Wij komen de kroon van lauweren dan
U om de slapen hechten.

Hij zag hen aan met verwilderd gezicht
Zij lieten hem streng bewaken
En voerden hem naar het krankzinnigengesticht
Om een einde aan dat spelletje te maken.

Gedichten van Rosalie en Virginie Loveling (1877)

Schrijver: Rosalie Loveling
Inzender: adm, 24 oktober 2012


Geplaatst in de categorie: moraal

3.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 825

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)