inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1809 - 1898

poëzie (nr. 2.055):

Januari

Op d' eerste dag van 't nieuwe jaar
Zijn thuis de kindren vroeg al klaar
En huppelen de kamer binnen;
Daar wensen zij dan, blij te moe,
Aan de Ouders heil en zegen toe
In 't nieuwe jaar, dat zij beginnen;
Ze springen bij Papa op schoot,
Ze zoenen Ma de wangen rood,
En door heel 't huis klinkt telkens weer:
Fe-li-ci-teer! 'k Fe-li-ci-teer!

En 't is ook even druk op straat;
De brievenman weet zich geen raad
Met al de kaarten en de wensen,
Die hij moet brengen bij de mensen;
Oud, jong, rijk, arm is op de been,
Men kan door al 't gedrang niet heen;
Ja, ja, nieuwjaarsdag is een feest,
Als nog dit jaar niet is geweest,
Maar Pa en Ma zijn toch recht blij,
Is al die pret voor goed voorbij.

Bij helder weer een wandeling
Is deze maand een kostlijk ding;
Dan, als het ijs kan houën,
Ziet men de mensen schaatsenrijën,
De jongens sneeuwmans bouwen,
De meisjes baantje-glijën,
En nog veel anders, dat men niet
In 't hartje van de zomer ziet.

Heel enkle kindren gaan nu wel
Eens mee naar 't mooi komediespel;
Doch dit gebeurt maar voor een keer -
Eens, tweemaal 's winters - en niet meer.

De twaalf maanden van het jaar (1870)

Schrijver: J.J.A. Goeverneur
Inzender: adm, 4 januari 2013


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 1.024

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Petra Hermans
Datum:
4 januari 2013
Email:
worldpoet546live.nl
Mooi, licht euforische beschrijving van
schijnbaar klein geluk in vroegere tijden,
van weleer. Oud-dichterlijke taal, die ik zeer
kan waarderen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)