inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876-1931

poëzie (nr. 52):

Weiliedje (1916)

Waarom is de wei zo schoon ?
Omdat zich de zon op de weide
Gebouwd heeft tot tijloze woon
Zijn tenten uit blauwgroene zijde.

Des uchtends zweeft naakt in een damp
Een kind over halmen en sloten,
Die blozen van 't licht zijner lamp,
Als rozen door regen begoten.

Ten middag ligt lui op zijn zij
Een knaap naast zijn rundren en schapen,
Hij blaast op een scheile schalmeî,
Waar 't vee en de wolken bij slapen.

Maar 's avonds, gerijpt tot een man,
Steunt zinkend hij zich met de handen,
Bedroefd daar hij scheidt en niet kán,
Op de einder der zeekleurge landen.

Waarom is de weide zo schoon?
Omdat zich de zon op de weide
Gebouwd heeft tot tijloze woon
Zijn tenten uit blauwgroene zijde.

Herscheppingen(1916)

Schrijver: Aart van der Leeuw
Inzender: DG, 30 januari 2002


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 45 stemmen aantal keer bekeken 3.412

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)