inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876 - 1909

poëzie (nr. 2.073):

De bedelaar

Vóór de kerke, met 'n lange
paternoster in z'n hand,
is 'n blinde bedelaar ge-
zeten, op 'n hoopje zand.

Z'n gekrulde grijze lokken
vlotten lijk gezwingeld vlas,
uit z'n mutse neder, op de
krage van z'n winterjas.

Langs hem, ligt 'n waterhond te
Slapen, die van tijd tot tijd
wakker schiet en met z'n witte
tanden, naar de vlooien bijt.

De ogen van de blinde, in hunne
diepe holten, hangen stil
en verdoofd gelijk de glazen
van 'n natbedoomde bril.

Halve dagen blijft hij daar gezeten
lijk 'n wassen beeld
en hij luistert naar de wind, die
met z'n grijze lokken speelt.

En de Winter, die de koude
grimmig uit het Oosten zendt,
rimpelt 't grauwe vel van z'n verdroogde
kop, lijk perkament.

Van te lande (1903)

Schrijver: Omer Karel de Laey
Inzender: adm, 30 januari 2013


Geplaatst in de categorie: maatschappij

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 1.056

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)