inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1936

poëzie (nr. 2.078):

SAMENSPRAAK TOT SLOT

CRITICUS

Mijn vriend, uw versjes zijn niet goed.

DICHTER

Dat kan mij weinig schelen.
Die maak ik niet om goed te doen,
Die maak ik om wat spelen.

Zó, als je een kind een zakdoek geeft,
Dan knoopt het er een kop aan;
Als de slippers dan lange kleren zijn,
Heeft 't kindje d'r een pop aan.

Dat kind doet best, al wou jij wel,
Dat het een and're keus dee,
En zijn zakdoek als 'n groot mens gebruikt
Zo’n mens snuit er zijn neus mee.

M ij n zakdoek, dat 's mijn kleine taal;
Daar kan ik je niets mee leren,
Dan hoe je met knoop en slippen maakt
Een kindje in lange kleren.

Zeg jij nu: daar 's de taal niet voor,
Die dient om je neus in te snuiten; -
Dan zeg 'k: ja, jij bent een groot mens,
En kunt daar dus niet buiten;

Maar ik ben een klein kindje en kan
Niet zonder spelletje zoet zijn...

CRITICUS

Nu ja, dat 's mooi en wel, maar ik
Zeg toch dat je versjes niet goed zijn.

Verzamelde Gedichten (1889)

Schrijver: Albert Verwey
Inzender: Redactie, 17 februari 2013


Geplaatst in de categorie: literatuur

5.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 801

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Petra Hermans
Datum:
17 februari 2013
Email:
worldpoet546live.nl
Als ik mezelf "een kritische dichteres"
noemen mag...
geef ik Albert Verwey mijn complimenten,
voor de serieuze, spottende ondertoon hierin.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)