SAMENSPRAAK TOT SLOT
CRITICUS
Mijn vriend, uw versjes zijn niet goed.
DICHTER
Dat kan mij weinig schelen.
Die maak ik niet om goed te doen,
Die maak ik om wat spelen.
Zó, als je een kind een zakdoek geeft,
Dan knoopt het er een kop aan;
Als de slippers dan lange kleren zijn,
Heeft 't kindje d'r een pop aan.
Dat kind doet best, al wou jij wel,
Dat het een and're keus dee,
En zijn zakdoek als 'n groot mens gebruikt
Zo’n mens snuit er zijn neus mee.
M ij n zakdoek, dat 's mijn kleine taal;
Daar kan ik je niets mee leren,
Dan hoe je met knoop en slippen maakt
Een kindje in lange kleren.
Zeg jij nu: daar 's de taal niet voor,
Die dient om je neus in te snuiten; -
Dan zeg 'k: ja, jij bent een groot mens,
En kunt daar dus niet buiten;
Maar ik ben een klein kindje en kan
Niet zonder spelletje zoet zijn...
CRITICUS
Nu ja, dat 's mooi en wel, maar ik
Zeg toch dat je versjes niet goed zijn.
Verzamelde Gedichten (1889)
Schrijver: Albert VerweyInzender: Redactie, 17 februari 2013
Geplaatst in de categorie: literatuur
noemen mag...
geef ik Albert Verwey mijn complimenten,
voor de serieuze, spottende ondertoon hierin.