inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1834 - 1899

poëzie (nr. 2.107):

Bruisend zwalpt

Bruisend zwalpt me over 't hoofd ene zee;
Wervelwind warrelt woest, rukt me mee...
En de sterren verzwinden, verslinden elkander.
Gans in gloed staat 't heelal,
Doodsgebrul, angstgeschal,
Klinkt overal!
De zon alleen, die hemelsalamander
Vonkelt tevreên op mijn vreeslijke val.

Uilgekras, slanggesis mij begroet,
't Spuwt naar mij, al wat kruipt, al wat wroet:
En de nietige mensen verwensen mijn pogen.
Brak ik stout slavernij
'Sla hem dood!' - roepen zij,
'Doof 't medelij!'
Het graf alleen, die moeder helser logen,
Opent de boezem en hunkert naar mij.

Vrouwentroost, kindermin vind ik niet,
Ach! mijn val baart hun zelfs geen verdriet...
En mijn aaklige blikken verschrikken hen zeker.
Gij, door min mij gejond,
Kom tot mij, 'k ben gewond!
Maak mij gezond...
De liefde zelf, die zoete balsembeker,
Vlucht en verloochent de stervende hond.

Schrijver: Emanuel Hiel
Inzender: Redactie, 17 maart 2013


Geplaatst in de categorie: vrijheid

4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 494

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)