Sonnet - Wanneer door 's werelds licht de blindgeboren jongen
Wanneer door 's werelds Licht de blindgeboren jongen
Gezicht verkreeg, hij stond verwonderd en bedeesd.
Beweging, verwe, stal van plant, van mens, van beest,
Verbluften zijn gedacht' en liefelijk besprongen.
Voorts sloten, torens, schier ten hemel hoog gesprongen,
Het tijd-verdrijf van 's mensen onderwind-al-geest;
Maar de zienlijke god, de schone zonne, meest.
Zijn tonge zweeg, 't gemoed dat riep om duizend tongen.
Even aleens, mijn licht, wanneer gij mij verschijnt
En dat mijn ziel ontdekt uw ziels sieraden vijndt,
Die 't oge mijns gemoeds, dat t' haarwaarts strekt, ontmoeten
Zo zwelt mijn hart van vreugd en van verwondring diep
En danke jegens u en jegens die u schiep,
Totdat het berst en valt gebroken voor uw voeten.
-----------------------------------
uit: Liederen en gedichten
-----------------------------------
's werelds Licht - Christus
bedeesd - verbijsterd
schier ten hemel hoog gesprongen - bijna tot de hemel reikend
onderwind-al-geest - het alles ondernemende verstand
ontdekt uw ziels sieraden vijndt - de schoonheid van uw ziel vindt blootliggen
Inzender: Redactie, 19 maart 2013
Geplaatst in de categorie: wereld
Dit gedicht had ik ook eens willen insturen, maar
jullie zijn me deze keer voor.
Zo mooi, de zin: "Totdat het berst en valt gebroken voor uw voeten".
Prachtige herinnering aan VWO-tijd bij docent
Nederlands.