DE LASTER
Hoe de laster smaal',
En door vuige taal,
Deugd haar kroon bezwalke, -
't Schendend lipvenijn,
Schoon het de aard' verschalke,
God verblindt geen schijn!
Zie, de nevel zwicht,
Voor het zonnelicht,
Dat de waarheid bloot leit;
En de pest der aard',
Staat, in al zijn snoodheid,
Naakt geopenbaard.
Wat zijn helse tocht,
Gruwlijks samenwrocht,
Tot zijn naastens smarte, -
't Plet zijn eigen kop -
God doorzag zijn harte,
En stond wrekend op!
De Liereman (1844)
Schrijver: Lieuwe SchipperInzender: Redactie, 21 maart 2013
Geplaatst in de categorie: moraal
Als liefde afneemt en omslaat kan wraak nemen,
erg zoet lijken. Men denkt ook altijd, aan
"toeslaan van het lot" der hogere krachten, die
het eigen leed zullen verzachten.