inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876 - 1909

poëzie (nr. 2.146):

Macht

Uit de vuilberookte smisse,
lijk 'n duivel, keek de smid
en z'n ogen, onder hunne
zwarte wimpers, blekten wit.

Opgezwollen lijk 'n padde,
wrocht de blaasbalg en hij spoog,
dat de vlam, in blauwe bekken,
door de wijde kave vloog.

Langs de strate, half bedeesd, in
't zomerzand, op hunne knien,
zaten jongens, naar de krinkels
van het dansend vuur, te zien.

Met z'n armen, taai lijk vlegels,
wonk de smid op hen en stond,
vaste, vóór z'n stalen aambeeld,
lijk genageld aan de grond.

In z'n vuisten, zat 'n tange,
die 'n gloeiend ijzer greep
en het, lijk 'n rode kreefte,
tussen heure benen neep.

En hij kleunde, met de moker,
op de hoepel van 'n wiel,
dat het grijmsel, door de daver,
van de zolderribben viel.

De Gids jaargang 1903

Schrijver: Omer Karel de Laey
Inzender: adm, 3 mei 2013


Geplaatst in de categorie: mannen

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 809

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)