inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1902 - 1943

poëzie (nr. 2.183):

Het verzonken eiland

Het lag voorheen - een paradijs -
afzijds en ver van 't vasteland,
verloren onder hemelen hoog,
besloten tussen 't witte strand,
Een bloeiend eiland, dat het hart
zich koos tot énige toeverlaat,
een tuin waar veilig en vertrouwd
het kleine leven gaat.

En het verhaal zegt, dat eenmaal
een ziel die zwierf van kust naar kust,
een mens ten dode toe vermoeid
daar vond een hem genegen rust,
hoe deze droom van stilte en licht,
de vreugde aan dier en vreemd gewas
hem langzaam en niet meer verwacht
tot leven weer genas.
 
Somtijds als achter 't water-vlak
de lage zon zijn reis besloot,
gebeurde 't dat een oude droom
verraderlijk zijn rust besloop -
hij sloot de ogen - maar des nachts
aanhoorde hij de eeuwige keer
der golven, 't waaien van de wind
en was niet eenzaam meer.

Met elke morgen als zich 't licht
verdiepte tot een gloeiend rood,
duwde hij van het hellend strand
zijn opgetrokken, kleine boot
en koos het water, maar éénmaal
des avonds kerend van zijn tocht
voorbij de verste horizon,
vond hij niet wat hij zocht.
 
Alleen wat drijvend hout en ook
een jammerlijk-verdronken dier,
zwermende vogels, over 't graf
hun krijsen en hun hees getier.
Hij werd weerom - zo zegt 't verhaal -
een ziel die zwierf van kust naar kust,
een mens ten dode toe vermoeid,
vervreemd van vrede en rust.

Maar welke vloed - en dan waarom? -
verzwolg dit zo beminde land,
verloren onder hemelen hoog,
besloten tussen 't witte strand,
een bloeiend eiland waar het hart
moeizaam genas van d'oude waan,
een tuin waar veilig en vertrouwd
het leven is gegaan?

De Gids jaargang 91 (1927)

Schrijver: Jan Campert
Inzender: adm, 17 juni 2013


Geplaatst in de categorie: individu

5.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 2.903

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)