Menig zou met recht mijn geluk benijen
Menig zou met recht mijn geluk benijen
Om de schoonheid van haar, die mij bemint,
Dan hiertegen zijn mijn ogen zo zeer verblind,
Dat ik haar geenszins zou kunnen vrijen.
Ik bemin een ander, die mij zet ter zijen,
Zie, hoe rechtvaardig mij de liefde plaagt,
Door liefde mijwaart van die mij mishaagt,
Door liefde t’haarwaart, die mij niet mag lijen.
Waarom ben ik bij d’ene lief en waard?
Waarom is d’ander toch voor mij vervaard?
Dan Cupido wil met gonst mijn lust bedelven:
Want vliedende voor haar, die om mij zucht,
En volgende naarstig, die voor mij vlucht,
Zo strompel ik rechtevoort over mij zelven.
Inzender: Redactie, 3 oktober 2013
Geplaatst in de categorie: liefde