inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1834 - 1878

poëzie (nr. 2.230):

Ik min u nog

Ik wilde u zien: ik zag u weer,
En kwam u om genade smeken.
Maar, wat ik poogde, ik kon niet spreken,
En gij, ge sloeg uwe ogen neer.
Geen blik, geen blos op uwe wangen,
Geen woord: uw hart was koud en stom.
Ik trilde en beefde van verlangen,
Ge ging voorbij en zag niet om.
 
Ik min u nog, al schondet gij
De eed, mij eens vol vuur gezworen;
Ik heb u lief zoals te voren,
Al denkt ge thans niet meer aan mij.
Verbitterd heb ik u verlaten,
En vluchtte verre van u heen:
U wou mijn hoofd vergeten, haten,
Maar ach! mijn hart, dat zeide neen!

Ja, vruchteloos heb ik getracht
Uw beeld uit mijne ziel te drijven:
Mijn allerliefste zult ge blijven,
Schoon gene hoop me tegenlacht.
En drukten mij ook andre schonen
Vol liefde tegen mond en borst,
Hun kon ik gene minne tonen,
Al smachtede ik van minnedorst.
 
O noem ik u nog eenmaal mijn,
Kom in mijn armen weergevlogen!
En ware uw woord een andre logen
Zo spreek - ik zal gelukkig zijn.
Zeg, dat gij alles wilt vergeten,
En danken zal ik op de knien...
En eens wellicht - wie kan het weten -
Zult gij mij ook weer geerne zien!

Liederen (1868)

Schrijver: Frans de Cort
Inzender: adm, 11 oktober 2013


Geplaatst in de categorie: ex-liefde

5.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 688

Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Alexander Peters
Datum:
26 oktober 2013
Ouderwets mooi en dus bedankt redactie voor deze inzending.
Naam:
Petra Hermans
Datum:
11 oktober 2013
Email:
worldpoet546live.nl
Laten wij, mensen, onze ogen niet neerslaan,
maar juist elkaar recht in de ogen blijven kijken.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)