De bolle winden blazen blauwe kuilen
De bolle winden blazen blauwe kuilen
In 't asgrauw fulp der zware wolkenlagen.
Een brede bundel zilverlicht komt vagen
De rug van 't grijze paard, dat sleept de zuilen
Van 't woud, gevelde stammen, op een wagen,
Door 't blanke heizand. Matte zon bleef schuilen.
De wegen-eiken staan als ijle tuilen,
Maar de einder-berken, schimmenbleek, vervagen.
De lucht vervullen blijder geen geruchten
Dan, uit een verre hofsteê, honden janken
En 't altoos eendre kling der paardenbellen
Versmelt met donker dodeklokken-luiden.
Maar 't somberst dunkt mij van die droeve klanken
De slag der bijlen, die de bomen vellen.
Nieuwe verzen (1920)
Schrijver: Helene SwarthInzender: Redactie, 3 juni 2023
Geplaatst in de categorie: natuur