inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1869 - 1952

poëzie (nr. 2.302):

HET WONDER.

„Wie in zich kan bewaren zoete vrucht
van een rein uur, dat het hart open stond,
en door zijn velden ging geluks-gerucht
op vleugels van lied of van avondstond,
toen geluk uit een half-verstikt gebaar
optrilde; uit woord niet, maar de toon ervan,
wie hoe die zonk in 't hart, tot waar 't is klaar
en stil, altijd in zich oproepen kan, —
en voelt als hij zinkt in de diepe nacht
iets warms en lichts in hem dat niet vergaat,
en nog dit warme lichte zacht toelacht
als hij in dromendons zich vallen laat,
en ontwakende, zich meteen bezint
op helderheid die in hem op hem wacht,
en zo de lange dag vol zorg, begint
gevoed door een geheime gelukskracht, —
en alle ding en mensen glanzen ziet
in 't Licht van dit ontroerd inwendig beeld,
en in zijn daden en woorden iets giet
van de zoete wijze die zijn hart streelt, —
die mengt door al zijn doen een fijne geur
van eigenste eigenheid, en een aroom
van 't allerdiepste allerschoonst gebeur
dat mensheid kent: de zoete liefdedroom, —
die blijft zelf door de jaren onverlet,
hun hete adem schroeit zijn Borst niet dicht:
hij heeft een kelk vol morgendauw gered
in 't felle blak'ren van het middaglicht".

Schrijver: Henriëtte Roland Holst-van der Schalk
Inzender: Redactie, 22 januari 2014


Geplaatst in de categorie: individu

3.6 met 5 stemmen aantal keer bekeken 1.340

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)