inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1840 - 1907

poëzie (nr. 2.348):

De Schuchtere

Zij lonkte naar mij, zo verscholen.
Haar blik scheen te zeggen: ‘Welaan!’
Ik stond daar op brandende kolen,
En kon toch geen stapje vergaan.

't Hart poppelde mij van verlangen!
Och God! wat de liefde toch is!
'k Vond woorden, zo schoon als gezangen,
En toch bleef ik stom als een vis.

Dan naderde ik zo maar gedurig.
Zij spoorde mij aan met een lach;
Mijn hart zong: ‘ik min u zo vurig!’
Mijn mond zei: ‘Marie, goede dag!’

En 'k borst dan op eens los in tranen;
En of zij dat beter verstond,
'k En weet 't niet, maar 'k mag het wel wanen;
Zij kuste mij 't woord uit de mond.

Uit het hart! (1874)

Schrijver: Gentil Antheunis
Inzender: Redactie, 23 maart 2014


Geplaatst in de categorie: liefde

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 904

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)