inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1836 - 1923

poëzie (nr. 2.398):

De zucht naar 't eindeloze

Als 't maantje in mijn venster schijnt,
Dan kan ik niet meer slapen;
Dan komt de vraag: Waar is die God,
Die alles heeft geschapen?

De stille nacht, het eenzaam uur,
Het suizlen door de linden;
Dan denk ik aan de dood en 't graf
En aan verloren vrinden.

Dan wordt de geest zo onrustvol,
En haakt naar 't onbekende,
Als ik in 's hemels sterrenveld
De wakende ogen wende.

Dan schijnt de wereld mij zo klein :
Mij lokt die hemelverte.
0 kon ik vliegen! doch waarheen,
Waarheen, gij kloppend herte?

Gedichten van Rosalie en Virginie Loveling (1889)

Schrijver: Virginie Loveling
Inzender: adm, 1 juni 2014


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 1.236

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)