Aanroepinge
Blomkes, lieve blomkes zoet,
die uw hartjes open doet
bij de eerste morgengroet,
schitter in mijn zangen;
Beekske, klappend beekske klaar,
dat uw blanke waterbaar
over 't zand laat varen, dáár,
vaar ook in mijn zangen;
Hellemende nachtegaal,
gij, gij spreekt de dichtertaal,
laat uw bossen, kom eenmaal
helmen in mijn zangen;
Windje, dat op 't water sliert,
of al door de bossen tiert,
als u God de teugel viert,
wapper in mijn zangen;
Donder, die al dondren komt,
die in d'holde wolken bromt,
die en mense en dier verstomt,
donder in mijn zangen:
Blomme, beke, nachtegaal,
windenstemme, dondertaal,
blanke bleke manenstraal,
loof God in mijn zangen!
1852
Dichtoefeningen (1858)
Schrijver: Guido GezelleInzender: Redactie, 20 juni 2014
Geplaatst in de categorie: natuur