inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1893 - 1919

poëzie (nr. 2.479):

Voorbijgangster

Een lief gelaat in tere lijnen
Een stille lach om jonge mond:
Zo schreed zij daar; en de eigen stond
Voelde ik een leegte in mij schrijnen.

Zag zij mijn blik bewondrend schijnen?
De lange wimpers zonken blond
Op de ogen; 'k zag haar lach verkwijnen
En voelde schaamte om wat ik schond.

Toen welde in ’t hart een diep verlangen:
Een jong gelaat, dat minnend vleit,
Wenste ik, een hand vol tederheid,
Die mild de mijne hield omvangen,
Een fluist’rend woord, dat troost zou langen
En breken deze eentonigheid. -

Nagelaten verzen (1918)

Schrijver: Johan van 't Lindenhout
Inzender: Redactie, 26 september 2014


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 312

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)