VAN EEN DICHTER
Er is een dichter gestorven: hij had 'ne goede naam;
nu komen de andre poëten luid jammerend te zaam;
zij strooien as op hun hoofden en zijn in rouw gehuld,
hun oog is met zilte tranen, met weemoed hun hart gevuld.
De dode heette een stumpert en machtloos nog voor één uur,
nu wordt hij op eens bevorderd tot stralend dichterfiguur;
nu wordt hij aanbeên, bewierookt in lijkkrans en sonnet
en nooit genoeg verheven op 't hoogste voetstuk gezet.
Het is een roerende wedstrijd wie 't hoogst hem roemen zal,
van alle harpen gutst er een klagende sylbenval...
Wie ook ondankbaar wezen, geen dichteren gewis:
zij zijn de dode zo dankbaar dat hij gestorven is...
Inzender: Redactie, 30 oktober 2014
Geplaatst in de categorie: idool