‘t Viel water nu genoeg, of nooit!
‘t Viel water nu genoeg, of nooit!
De wolkenschepen dragen
hun lijnwaad al ten toppen uit,
die hier gewinterd lagen,
de al te lange regentijd:
vandage gaan zij varen
en vluchten voor de westerwind,
die rotelt in de blâren.
‘t Is nat alom: de zoden zijn
doordronken; al de paden
zijn modder, moze en vuiligheid
geworden; overladen
is ‘t loof, dat op de bomen zit
en weent; de daken leken,
het stroomt alhier, aldaar, het schuimt,
het schommelt in, de beken,
die spoeiende, om ontlast te zijn,
door dik en dunne varen,
door weg en aweg, roekeloos,
alsof het mensen waren,
die dronken zijn! Toch helder wordt
de locht, de vogels piepen,
en groeten blij de aanschouwbaarheid
der brede hemelstriepen,
die... Tenden is ‘t, en moegebrield,
‘t is alles uitgedropen:
laat vrij, - nu zijn de wolken weg! -
vandage ons daglicht hopen!
31/7/1895
Rijmsnoer
Schrijver: Guido GezelleInzender: Redactie, 7 december 2014
Geplaatst in de categorie: natuur