PRINCESSENMUMMIE.
Dat zwart skelet, van windselen ontdaan,
Waaraan het uitgedroogde vlees nog kleeft,
Die groezelige hoop, waarvoor men beeft, -
Bedenkend het meedogenloos vergaan
Van al wat ademt onder 't licht der maan, -
Die mummie heeft verlangd, geliefd, geleefd
Het volle leven; wat maar 't leven geeft
Heeft zij genoten in haar aards bestaan.
Zij was een schoonheid in haar gloriedagen,
Want waarom anders in haar tombe lagen
Het spiegeltje, de kam, het verfpalet?
Nu moet zij eeuwig in het duister wonen,
De trotse dochter van de Pharaonen ... .
Of is haar ziel als ster bij Ré gezet?
Ver van 't gewoel (1922)
Schrijver: Edward KosterInzender: Redactie, 31 januari 2022
Geplaatst in de categorie: koningshuis