OVERDENKING
Gij zijt zo lief, gij hebt zoveel gegeven
Aan rijke warmte en loutere innigheid:
Mijn leed hebt gij met broze troost omweven,
Mijn luide angst een bed van rust bereid.
Mij, eenzame, hebt gij uw eenzaam leven,
De teerheid uwer kranke ziel gewijd:
Gij draaldet niet, gij wilder pijnlijk sneven
Om één kort uur van stille tweezaamheid.
O kind, hoe zacht zijn nu de grijze dagen,
Hoe zoet van vrede en rijpe droom vervuld,
Hoe licht is 't nu verlangens last te dragen,
Nu steeds het zeker weten ons omhult
Dat ge eens, als antwoord op mijn huivrend vragen,
Naast mij 't nabij geluk beschreien zult.
Gedichten (1922)
Schrijver: Johan DanserInzender: Redactie, 30 december 2014
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid