inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1936

poëzie (nr. 5.053):

Kom nu, bedroefden! al wie raad'loos klagen!

Kom nu, bedroefden! al wie raad'loos klagen!
'k Bèn niet de Schoonheid, maar 'k zal vóor Haar spreken.
't Bewijs? 'k Geef u mijn woord-zelf als een teken,
Dat Zij mij zond en gij mij raad moogt vragen.

Geloof alleen maar dat zij álle dagen
Kan troosten al wie, lijdend, Háar aansmeken,
En woorden weet, die 't lachen door doen breken
Om monden, toegeschroeid door aardse plagen.

'k Kom nu niet troosten. Maar 'k kom u zó maken,
Dat gij rijp zijt om straks getroost te worden: -
Gij zijt nog niet wat zulken moeten wezen.

Uw monden twijfel-lachen, die voor dezen
Nooit lachten, maar - vergeefs - kreten of morden: -
Tot wie geloven zal de Trooster naken.

Schrijver: Albert Verwey
Inzender: Redactie, 31 augustus 2023


Geplaatst in de categorie: filosofie

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 650

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)