Stil van wind.
Daar lei een scheepje gemeerd in het Diep.
De wind was ter ruste, het watertje sliep
En 't scheepje moest liggen tot later;
Het spiegelde intussen voor tijdverdrijf
Zijn mast en zijn want en zijn ranke lijf
In 't klare kristal van het water.
Geputst had de schipper, gegutst had het nat
En gangboord en stuurboord en alles was glad
En fris van het stromende water.
Toen floot hij een deuntje en draaide gezwind
Een zon uit zijn zwabber en keek naar de wind,
Maar 't wimpeltje druilde: - tot later!
Kindergedichten (1914)
Schrijver: G.W. LovendaalInzender: Redactie, 30 april 2015
Geplaatst in de categorie: natuur