inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1923

poëzie (nr. 2.658):

Een lent van vaerzen

In dons van wolkjens glijdt ginds
De zilveren sikkel der maan;
Die schijnt een gondel, een bootjen,
Dat vaart op de blauwende baan.

De wolkjens schijnen de golven,
Witgekuifd, met luchtende tint,
En de starren zijn zo schone leliën
Als niemand op aarde vindt.

Was die gondel mijn levensbootjen,
Ik nam je, mijn lieve, er in mee,
En wij zwierven daar hoog in den hoge,
Alleen op de onmeetlijke zee.

En had ik genoeg van je zoentjens,
Genoeg woordjens van liefde gehoord,
Ik nam je, een, twee, drie, in mijn armen,
En… gooide je over boord!

Schrijver: Louis Couperus
Inzender: Redactie, 9 mei 2015


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 2.538

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)