IN DE MOSKEE.
Ets van Beuer.
Trots op het witte ros, dat buigt gedwee,
Verheft hij zich, de Sultan, met gebaar
Van heerschappij, en angstig deint de schaar
In 't vale schemerlicht van de moskee.
En door de ruimte ruiht een bange beê
Tot hem, de heerser, aan wiens voeten daar
Een mensenhoofd geveld ligt, met gestaar
Van brekende ogen in een macht'loos wee.
De blanke zuilen stijgen stil omhoog,
En bevend droomt het licht in de gewelven,
Neerzind'rend wil 't de mensenzee bedelven.
Twee ranke lampen dalen van de boog,
En werpen witte reinheid om zich henen...
Steeds momm'lend waart alom het doffe stenen.
Ver van 't gewoel (1922)
Schrijver: Edward KosterInzender: Redactie, 19 september 2015
Geplaatst in de categorie: algemeen