inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1936

poëzie (nr. 4.529):

Oneindigheid

Van honderdduizend jaren her
Kwam tot mijn oog de straal van een ster,
Hij kuste mij met zijn milde licht,
Ik voelde mij leven als in een gedicht,
Want wat is tijd?

Meer mijlen ver dan mens verstaat
Bewoog mijn oog dat stergelaat,
Ik was nabij haar met mijn blik
En ondervond een zoete schrik:
Geen ruimte telt!

Tezaam geschapen ster en oog,
Eén enkel leven laag en hoog,
Zijn wij geworden en voor elkaar,
Zij werd door mij, ik werd voor haar:
Waar is de grens?

Ik draag en ben het heel heelal.
O valse schijn van lichaamswal,
Waarbinnen wij schijnen, waarbuiten wij zijn,
Omvangende in een gedroomde lijn
De oneindigheid!

Het zichtbare geheim (1915)

Schrijver: Albert Verwey
Inzender: Redactie, 13 februari 2022


Geplaatst in de categorie: heelal

4.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 910

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)