inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1868 - 1922

poëzie (nr. 2.738):

De bladeren

De zonne zond haar stralen uit
om d'aarde te vergouden,
Die, al te lange tijd verwaaid,
verregend en ontverfd,
Niet meer aan blijde dagen dacht,
maar aan de winterkoude
Zich zonder klagen overgaf
en stil en willig sterft.

De stralen die op 't bladerdak
een wijle wilden rusten,
Ze gleden door de takken heen
en vonden vuil, versleurd,
De kleine groene bladerkens
die zij zo gaarne kusten
'Och, arme bruine bladerkens!
Wat is er met U gebeurd?'

Maar nauw gevoelt het bladervolk,
het slappe, natbetraande,
Verloren volk de warmte van
de gouden zonnegroet,
Of knisperend en knetterend
begint het doodgewaande
Te leven en te krullen in
den koesterende gloed.

Nu lopen alle blaadjes in
het zonlicht langs de wegen,
Nu dansen zij hun rondedans
de mensen voor de voet,
Nu ruisen zij hun vrijheidslied
de oude bomen tegen,
Die weten, dat het bladervolk
zo 't elke jare doet.

Schrijver: Jacqueline van der Waals
Inzender: Redactie, 18 oktober 2015


Geplaatst in de categorie: natuur

4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 1.380

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)