Oorlogsbegin
Een blanke hemel welft zich over 't land,
Waar stoere boeren van de arbeid keren
En knapen zingend lopen hand aan hand.
Vast in de vrede, die geen angst kon deren,
Verdonkren de gezichten, die zich keren
Van waar de zon nog flauw in 't Westen brandt
Achter het hoge bergkam-woud, als speren
En bajonetten, dreigend zwart, geplant.
Nu denken die rouw-donkrë aangezichten
Om 't zacht verlichte raam in verre laan,
Om d'avondspijs, zo vrolijk aangebracht...
Tot bij de dalbocht plots uit vlakte-nacht,
Waar, als bouwvallen, vreemd de huizen staan,
Laaiende purpergloed ze komt verlichten.
De Gids (1923)
Schrijver: Lodewijk van DeysselInzender: Redactie, 3 november 2015
Geplaatst in de categorie: oorlog