inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830 - 1908

poëzie (nr. 2.779):

Vreemd wezen, onze geest

Vreemd wezen, onze geest, - soms met de koningsmantel,
Soms met het doffe grauw van 't knecht'lijk pak bekleed;
Ten dele 't zonnig licht, ten dele neev'len zoekend,
Een lompenraper hier en daar weer een profeet!
Vaak smakeloos en laf, vaak priester van het schone;
Hier nachtuil tussen 't puin, daar aad'laar op de rots;
Nu beuz'lend als een kind, in nietigheên verloren,
Dan zaam'lend in zich zelf 't licht der gedachten Gods!
Gelukkig dan de mens, wiens geest, zijn adel voelend,
Aan 't kleine en duist're ontklimt, naar 't grote en ware trekt,
En, uit de nevelkring in 't zonlicht opgestegen,
Steeds reiner lucht doorklieft, steeds schoner land ontdekt!

Schotsche ruiten (1887)

Schrijver: E. Laurillard
Inzender: Redactie, 9 december 2015


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 479

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)