inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1819 - 1889

poëzie (nr. 2.830):

DE VOGELS.

De winter scheert de lustwaranden
En schudt de naakte lindentop:
De vogels slaan aan andere stranden
Het schommelende nestje op;
Maar, waar ze ook elders nederstrijken,
Vergeten doen ze ons nimmermeer -
De winter doet de vogels wijken,
De lente brengt de vogels weer.

Nu laten ons met stil verlangen
De ontvloden ballingen alleen!
Hoe vrolijk klonken eens hun zangen
Door hutten en paleizen heen!
Ginds, waar de vreemde bloemen prijken,
Klinkt nu hun feestlied heinde en veer:
De winter doet de vogels wijken,
De lente brengt de vogels weer.

Wij, aan dit logge stof gekluisterd,
Benijden haast hun vrije vlucht.
De glans van 't zonlicht is verduisterd,
De nevels rijden door de lucht:
0, wie de vogel mocht gelijken,
En ijlen naar een warmer sfeer! ...
De winter doet de vogels wijken,
De lente brengt de vogels weer.

Zij denken aan hun verre vrinden;
En wijkt in 't end de laatste orkaan,
Dan zoeken zij hunne oude linden,
Die weer in volle bloesems staan.
Zij zijn voor armen en voor rijken
Geluksprofeten van de Heer...
De winter doet de vogels wijken,
De lente brengt de vogels weer.

De Dichtwerken (1872)

Schrijver: J.J.L. ten Kate
Inzender: Redactie, 28 januari 2016


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 648

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)