inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1877 - 1924

poëzie (nr. 2.831):

Mijmering

't Wordt stil - en als een stille droom
Komt de avond om mij heen, -
En zachtjes ga ik dromend aan
De weefstoel van 't verleên.

En zachtjes tel 'k de dagen weer,
Die door mijn vingers gleên -
En dromend zie 'k het dampend dal
Door de' avondschemering heen: -

Daar is dezelfde heuvel waar
De zon vroeger verdween -
Daar zijn dezelfde dingen nog
Waarop zij vroeger scheen.

Dezelfde bome' en pade', - iets is
Toch anders dan voorheen -
Zij waren stiller - vreemder - of
Veranderde ik alleen?

Daar liep ik - en daar lag ik toen -
Daar klom ik overheen, -
Het lijkt zolang - zolang al - en
't Is toch niet lang geleên.

En langzaam om mijn dromend hoofd,
Komen twee armen heen -
En 'k droom - en waak - en ach, ik weet
Niet of ik lach of ween.

En peinzend zie ik haar gelaat,
Dat buigt over mij heen -
En 'k zie haar aan, en weifel nog -
Ben ik niet meer alleen -?

Uit stilte en strijd (1909)

Schrijver: C.S. Adama van Scheltema
Inzender: Redactie, 30 januari 2016


Geplaatst in de categorie: emoties

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 514

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)