inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1581-1647

poëzie (nr. 2.849):

‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief,’ zo sprak mijn lief mij toe

‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief,’ zo sprak mijn lief mij toe,
Terwijl mijn lippen op haar lieve lipjes weidden.
De woordjes alle drie, wel klaar en wel bescheiden
Vloeiden mijn oren in, en roerden ('k weet niet hoe)

Al mijn gedachten om, staag malend nimmer moe;
Die 't oor mistrouwden en de woordjes wederleiden.
Dies ik mijn vrouwe bad mij klaarder te verbreiden
Haar onverwachte reên; en zij herhaalde het doe.

O rijkdom van mijn hart dat overliep van vreugden!
Bedoven viel mijn ziel in haar vol hart van deugden.
Maar toen de morgenster nam voor de dag haar wijk,

Is, met de klare zon, de waarheid droef verrezen.
Hemelse goôn, hoe komt de schijn zo na aan 't wezen,
Het leven droom, en droom het leven zo gelijk?

Schrijver: P.C. Hooft
Inzender: Redactie, 7 februari 2016


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 4.255

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)