inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 4.575):

IK MISSE U

Aan enen afwezenden vriend

Ik misse u waar ik henenvaar
of waar ik henenkeer:
den morgenstond, de dagen rond
en de avonden nog meer!

Wanneer alleen ik tranen ween
't zij droevig het zij blij,
ik misse u, o ik misse u zo,
ik misse u neffens mij!

Zo mist, voorwaar, zijn wederpaar
geen veugelken in 't net;
zo mist geen kind, hoe teer bemind,
zijn' moeder noch zij het!

Nu zingt men wel en 't orgelspel
en misse ik niet, o neen,
maar uwen zang mist de orgelklank
en misse ik al met een.

Ik misse u als er leugen vals
wil monkelen* zo gij loecht,
wanneer gij zacht mij verzen bracht
of verzen mededroegt.

Ik misse u nog... waar hoeft u toch,
waar hoeft u niet gezeid...
Ach! 'k heb zo dikwijls heimelijk
God binnen u geleid!

Daar misse ik u, daar misse ik u
zo dikwijls, en, ik ween:
geen hope meer op wederkeer,
geen hope meer, o neen!

Geen hope, neen, geen hoop, hoe kleen,
die 't leven overschiet';
maar in den schoot der goede dood
en misse ik u toch niet?

vriend: Gezelles vertrekkende leerling Eugeen van Oye,
die onder andere als zanger bij het orgel optrad
op het seminarie (priesteropleiding) waar Gezelle les gaf
neffens - naast
monkelen - glimlachen
loecht - lachte
die 't leven overschiet' - blijft in het leven over(1859)

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: Redactie, 25 april 2022


Geplaatst in de categorie: school

4.0 met 56 stemmen aantal keer bekeken 8.451

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)