Café
Rinus deelt vlug de kaarten op
en bromt met zijn verhitte kop
een lang-versleten lied;
de kaarten kleven met de randen
aan doorgerookte vissershanden,
in spanning, wie er biedt.
En achter, als een mistig baken
staat zwaar het licht op 't groene laken
en ballen, die elkander raken
of niet.
Een uitgemergeld ambtenaar
zit op een krukje bij de bar,
likt aan zijn borrel en geniet;
de baas speelt mee en geeft een rondje
en angstig jankt een eenzaam hondje,
dat iemand buiten achter liet.
Chansons, Gedichten en Studentenliederen (1948)
Schrijver: Pim ScheltemaInzender: Redactie, 20 maart 2016
Geplaatst in de categorie: drank