inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1829-1861

poëzie (nr. 2.861):

TOEN IK EEN KNAAP WAS

Toen ik een knaap was in ’t zorgloze leven,
Gordde ik mij-zelve en liep naar mijn lust;
Vrij in mijn wandlen en zoeken en streven,
Vrij in mijn reizen, mijn dromen, mijn rust.

Straks ook voor mij is een ure gekomen,
Ure van roeping, van ernst, van genâ,
Dat in mijn boezem die stem werd vernomen
Hebt gij mij lief? – en mijn ziele sprak : Ja.

Sinds mij dat uur uit mijn dromen kwam wekken,
Leidt mij een ander, ook waar ik niet wil,
Leert mij de handen steeds williger strekken,
Volgen en dragen, ach, vrolijk of stil.

Toch, nu die Meerdre gebiedt in mijn leven,
Vinde ik, trots banden en zielstrijd en smart,
Wat ik eens vruchteloos zocht in mijn streven:
Vrijheid en vrede voor ’t rusteloos hart.

1854

Schrijver: P.A. de Génestet
Inzender: Redactie, 31 maart 2016


Geplaatst in de categorie: religie

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 414

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Walter Tack
Datum:
31 maart 2016
Wat een stijl! Prachtig!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)