Slapende kamer.
De kamer slaapt. - Dromerig langgerekt
Geroep van tortels vult de lome lucht.
Ver, lijk geklapwiek, latjes-klepgerucht
Van zonneblinden, die men opentrekt.
Citroen-aroom van gele zuidervrucht,
Adem van perzik purperdons-bedekt
En ziel van lelie tragisch bloedbevlekt
Smelten bedwelmend tot één geurenzucht.
Door 't rietgordijn, dat in de kamercel
Gevangen houdt warmgouden schemering,
Zwevende en bevende als een goudkapel,
Verdwaalde een zonvonk, uit een kamerding
- Kristal of koper - toverende een wel
Van kleurenvreugde en stralenflonkering.
De Gids (1900)
Schrijver: Helene SwarthInzender: Redactie, 7 mei 2016
Geplaatst in de categorie: mystiek