inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876-1931

poëzie (nr. 2.990):

VOGELS.

Zij gunnen mij gaarne 't geheim hunner tale,
De roodborst zijn snoeren van bloedkoralen,
De merel haar zang als betinkte bokalen,
En vinken hun klink-slag op eedle metalen.

De duif doet de zoetheid van 't troostende kirren
Zacht druipen om voorhoofd en lippen als mirre,
De nachtegaal roert door haar smachten tot tranen,
En hel schalt de wekroep der vlammende hanen.

Ik heb slechts die tonen in ritmen te schikken,
Dit blinkende kwarts tot briljanten te bikken;
Maar ach, hij is stémloos die mij moet vertolken,
De sperwer, de sterke, die vonk in de wolken.

Her scheppingen (Bekentenissen) (1916)

Schrijver: Aart van der Leeuw
Inzender: Redactie, 10 oktober 2016


Geplaatst in de categorie: dieren

3.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 561

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)